The Dutch word for sky is
hemel

Dutch Definition

sky
1. hemel, lucht

hemel	©
1. n-m. sky, heavens (visible sky)
De hemel was helder en vol sterren. - The sky was clear and full of stars.
Er is geen wolkje aan de hemel. - There isn't a cloud in the sky.
2. n-m. heaven (divine abode; type of afterlife)
Veel mensen geloven dat goede zielen naar de hemel gaan. - Many people believe that good souls go to heaven.
Hij gelooft dat zijn grootouders nu in de hemel zijn. - He believes his grandparents are now in heaven.
3. n-m. canopy, baldachin

lucht	©
1. n-f. air (mixture of gases)
De frisse lucht in het bos voelde verkwikkend aan. - The fresh air in the forest felt invigorating.
2. n-f. sky
De vogels vlogen hoog in de lucht. - The birds flew high in the sky.
3. n-f. odour, smell
Er hing een vreemde lucht in de kamer. - There was a strange odour in the room.
4. v. singular present indicative of luchten
5. v. imperative of luchten